Vraaggesprek met ons raadslid Gert Schouwstra over de Raadsenquête Empatec
De enquêtecommissie Empatec van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft woensdag 22 december haar conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. Ons raadslid Gert Schouwstra was onderdeel van de enquêtecommissie. Benieuwd naar zijn ervaringen tijdens het intensieve onderzoek naar de governance van Empatec? Wij hadden afgelopen week een vraaggesprek met Gert.
Vraaggesprek met ons raadslid Gert Schouwstra over de Raadsenquête Empatec.
Hoe was het om in de enquêtecommissie Empatec te mogen zitten?
O, dat was heel intensief. Het was zo bijzonder om tien maanden met collega’s vanuit de volle breedte van de raad samen te kunnen werken. De politieke verschillen vielen voor mijn gevoel helemaal weg toen we bezig gingen met deze opdracht. Ik heb mijn collega’s ook echt beter leren kennen toen we samen alle vraagstukken moesten doorworstelen. Mijn eigen vertrekpunt was de opdracht om “zout en licht te zijn” zoals Jezus die mij had meegegeven. Want zout is een smaakversterker, en sommige details waren het echt waard om versterkt en uitgelicht te worden. Maar eigenlijk zaten alle commissieleden er zo in. We wilden graag uitzoeken wat er gebeurd was.
Hoe hebben jullie het aangepakt?
Tja, hoe kom je er nou achter wat er precies is voorgevallen? We zijn gelukkig goed ondersteund door een bureau en onze griffie. Vanaf het begin was duidelijk dat we onze pijlen niet zouden gaan richten op het bedrijf Empatec of de mensen die daar aan het werk zijn, maar op de bestuurslaag daarboven. Dus daar zijn we mee gaan praten. En moet je er dan in zo’n onderzoek van uitgaan dat iedereen die je spreekt ook te goeder trouw is, of juist niet? Moet je toon daarbij vriendelijk zijn, of juist streng? We hebben het allemaal moeten leren tijdens de uitvoering. We zijn niet over één nacht ijs gegaan en hebben alles gecheckt en dubbel uitgezocht. We hebben onderzoek gedaan, tientallen mensen gesproken en meters dossiers doorgelezen.
Wat vond je moeilijk aan het onderzoek?
De geheimhouding. Ik moest tien maanden lang mijn mond houden tegen iedereen en kon niet meedoen met de discussie in de gemeenteraad, terwijl ik zoveel nuttige informatie had. Want in de fase van de voorgesprekken was alles nog vertrouwelijk. En voor sommige dingen blijft dat zelfs altijd zo. Ik ben nu levenslang gebonden aan geheimhouding over wat ons in vertrouwen is verteld. Het meeste daarvan was niet belangrijk, maar het was nog best veel. Die informatie konden we dus ook niet letterlijk in ons rapport opnemen, maar het heeft ons wel geholpen bij de totale beeldvorming en het formuleren van onze conclusies. Maar ik vind het moeilijk om geheimen te moeten bewaren, dat past niet zo bij mij.
En ik vind het lastig om het onderzoek nu weer los te moeten laten. Denk ik dat we zaken hebben gemist? Absoluut! Er zijn nog genoeg losse eindjes over die de interessant waren geweest om uit te zoeken. Zou ons rapport daarmee een andere uitkomst hebben gekregen? Nee, waarschijnlijk niet. Maar nog niet alle lijken zijn uit de kast gehaald en degene die het vervolgproces mag organiseren zal nog wel het een en ander tegenkomen. Dat zou ik trouwens best een leuke klus vinden, ik houd van ingewikkelde puzzels.
Je hebt wel eens gezegd dat er eigenlijk een weeffout in de wet zit, wat bedoelde je daarmee?
O ja, dat klopt. Ik ben opgeleid als bestuurskundige en dit onderwerp heeft echt mijn interesse. Nederland is een polderland en als we graag iets willen regelen wat door een wet wordt verboden, dan bedenken we een escape door het met een andere wet toe te staan. Dat is dus hier ook gebeurd. In de Gemeentewet staat dat de gemeenteraad het absolute laatste woord heeft bij het vaststellen van de begroting en dat het onmogelijk is om dit recht uit handen te geven. Je kunt dat recht dus niet overdragen aan een andere organisatie. Nou heeft een slimmerd bedacht dat je dit verbod in de Gemeentewet kunt omzeilen door gewoon in een andere wet, in dit geval de Wet gemeenschappelijke regelingen, op te nemen dat het wél kan. Dat is echt polderen. En het kan werken zolang niemand dat aan een rechter voorlegt.
Dat omzeilen van de Gemeentewet doe je door als gemeenteraad toestemming aan het college van B&W te geven om een Gemeenschappelijke Regeling aan te gaan. Daarin wordt dan vastgelegd dat alle gemaakte kosten vergoed worden, zelfs als je het er als gemeente niet mee eens bent. Zo geef je dus een blanco volmacht. Met de ene wet wordt dan de andere omzeild en dat is dus de weeffout die ik bedoel. Om het nog erger te maken heeft de Provincie in de wet zelfs de bevoegdheid gekregen om in te grijpen als een gemeente achteraf zou weigeren om te betalen.
In onze situatie is het trouwens zo dat de gemeenteraad van SWF helemaal geen toestemming voor de huidige regeling heeft gegeven en die is ook nooit gevraagd. Er is dus helemaal geen volmacht. Alleen kijkt de provincie daar liever niet naar, want een discussie over rechtmatigheid zou veel te ingewikkeld worden. En we willen natuurlijk ook niet dat Empatec omvalt, dus we betalen op dit moment vanuit een soort coulance. Maar het blijft een vreemde constructie.
Hoe moet het nou verder met Empatec?
Één ding is voor mij zeker, het bedrijf Empatec moet gewoon blijven bestaan. Daar wil ik absoluut niet aankomen. Maar de besturing moet wel anders, alleen daar hoeven de medewerkers verder niets van te merken. Op dit moment kijken we heel bewust naar andere besturingsmodellen dan de huidige gemeenschappelijke regeling. Want dat was twintig jaar geleden misschien een modern instrument, maar die tijd is voorbij. Er zijn in de afgelopen vijf jaar zoveel alarmsignalen afgegeven en die zijn allemaal stelselmatig genegeerd. Maar dat staat allemaal wel in het rapport. Ik heb nu helemaal geen vertrouwen meer in het zelfreinigend vermogen van deze gemeenschappelijke regeling en daarom wordt het tijd voor een andere manier van aansturing. Daarbij moeten we rekening houden met onze eigen belangen én tegelijk ruimte geven aan de belangen van de andere gemeenten. En dat kan. Ik wil dus naar een besturing toe waarbij Empatec een zelfstandig bedrijf is met de gemeenten als eigenaar en waarmee we als SWF gewoon contracten sluiten over de dienstverlening. Dan hoeft er voor de andere gemeenten niets te veranderen, die kunnen gewoon blijven samenwerken in een gemeenschappelijke regeling als ze dat willen.
Er werd ook gesproken van meineed. Waarom hebben jullie geen aangifte gedaan?
O dat is een lastige vraag. Want wat moet je doen met een oud-wethouder die onder ede onwaarheden uitspreekt en een ambtenaar de schuld geeft? Ik vond dat vreselijk en het optreden kwam voor ons ook als een totale verrassing. De krant schreef dat zij haar ambtenaar “voor de bus had gegooid”. Nou zo kwam het ook echt over. Als dat gebeurt moet je als onderzoeker jezelf dan eerst afvragen wat zoiets betekent voor het onderzoek. Haar informatie bleek van buiten de organisatie te komen en ze had niet verder gecheckt of het klopte. Wij hebben dat natuurlijk wel gedaan. Na het verhoor hebben we alle feiten nagetrokken en we waren er heel snel achter dat het verhaal van de wethouder onjuist was. Meer mag ik er niet over zeggen, maar het had daardoor dus geen betekenis. Ons rapport zou er geen letter door veranderen.
Alleen voor de beschuldigde ambtenaar was het natuurlijk een ramp, want zij kon zich niet verweren. En toen kwam de vraag of hier sprake kon zijn van meineed. Was het nou een opzettelijke en geplande leugen geweest, of had de oud-bestuurder zich laten misleiden en naar verkeerde raadgevers geluisterd? En werd de betrokken ambtenaar misschien opzettelijk in een kwaad daglicht gesteld om de aandacht van iets anders af te leiden? Welke motieven zaten hierachter? Ik heb wel vermoedens, maar dit is dus een van de open eindjes waar ik het over had. Ik vind het vreselijk voor die ambtenaar, want die had in mijn ogen niets verkeerds gedaan. In die zin heb ik plaatsvervangende schaamte voor het gebeurde, ook al kon ik zelf niks aan de situatie doen. Als ik wist dat een aangifte zou helpen bij haar rehabilitatie, dan zou ik daar zeker aan meewerken, maar op dit moment lijkt dat niet helpend te zijn.
Heb je nog vertrouwen in Empatec als bedrijf?
Ja, gek genoeg wel. Natuurlijk liep de samenwerking tijdens ons onderzoek stroef en ik ervoer dat zelfs als tegenwerking, maar ik snap ook wel dat ze ons als een bedreiging zagen. Per slot van rekening had onze gemeenteraad zich eerst 20 jaar helemaal afzijdig gehouden en dan komt er opeens zo’n heel zwaar onderzoek. Maar, anders dan bij de gemeenschappelijke regeling, denk ik dat het bedrijf Empatec wel voldoende zelfreinigend vermogen kan organiseren om straks verder te kunnen. Het zal niet echt makkelijk voor ze zijn om via contracten en afspraken aangestuurd te worden, maar ik denk dat ze er snel aan zullen wennen en dat het Empatec op termijn zal helpen om een nóg beter bedrijf te worden.
Wat denk je dat de impact van de enquête bij de gemeente is geweest?
Nou, het is dus echt alsof je aan de noodrem gaat hangen om een ongeluk te voorkomen. De impact op de organisatie is enorm geweest en het heeft heel veel onrust teweeggebracht. Het onderzoek was beslist niet bedoeld als heksenjacht of bijltjesdag, maar het heeft echt lang geduurd voor alle betrokkenen dat vertrouwen ook hadden en vrijuit durfden praten. En zo’n rare ongefundeerde beschuldiging aan het eind van een openbaar verhoor is dan niet helpend voor de rust in de organisatie. Ook qua werkbelasting is de impact op de organisatie enorm geweest. Het heeft hen heel veel tijd gekost, tijd die ze niet aan ander werk konden besteden. Sommige mensen, die misschien toch al een beetje op hun tenen liepen, trokken dat niet en werden ziek. Dus de prijs was groot.
Een enquête is een zwaar instrument, zou je het andere gemeenten aanbevelen?
Nee, helemaal niet, want het is een noodgreep. Persoonlijk was het een heel bijzondere ervaring en het heeft ons opgeleverd waar we naar zochten, maar de prijs was eigenlijk veel te hoog. Je moet als organisatie gewoon voorkomen dat er een enquête nodig is, want op het moment dat de raad constateert dat die nodig is, loop je al achter de feiten aan.
“Vertrouwen is goed, maar controle is beter” is een citaat van Lenin. Hij is niet bepaald mijn ideologische voorbeeld, want hij sloeg helemaal door in die controle, maar ik denk dat wij nu in het andere uiterste zijn beland. “Lean management” en vertrouwen zonder enige controle hebben geleid tot een totale ontsporing van deze gemeenschappelijke regeling. De gemeenteraad was niet meer betrokken bij de beleidscyclus, maar daardoor op de lange duur ook de organisatie niet meer. We hebben alle macht gedelegeerd aan een klein groepje bestuurders die helemaal hun eigen gang konden gaan en we hadden geen andere keus dan ze te vertrouwen. En als er dan nog ergens in het systeem genoeg mensen beschikbaar waren geweest om alle controletaken op een behoorlijk niveau uit te voeren, dan was dit allemaal niet gebeurd. Maar die taken hadden we dus wegbezuinigd en wat overbleef uitbesteed aan Empatec. Zo hebben we een slager gecreëerd die zijn eigen vlees moest keuren. Vanaf dat moment was het een kwestie van tijd tot het geheel zou ontsporen.
Mijn advies aan andere gemeenten is: Zorg dat je het niet zover laat komen dat je een enquête nodig hebt. Want dan ben je de controle al kwijt en dus veel te laat.
Het rapport van de enquêtecommissie staat op:
https://pdc.sudwestfryslan.nl/wp-content/uploads/2021/12/Eindrapport-Raadsenque%CC%82te-Empatec.pdf